Sinds juni 2018 krijgen in Vlaanderen alle baby’s met een aangeboren en blijvend gehoorverlies een screening van het evenwicht zodra ze zes maanden oud zijn. Om dat te realiseren worden de gespecialiseerde referentiecentra van Kind en Gezin vier jaar lang begeleid door het UZ Gent en de UGent.
Binnen de eerste levensmaand krijgt elke pasgeborene een gehoortest bij Kind en Gezin. Ongeveer 1 procent van de baby’s scoort slecht op de test. Bij 20 procent daarvan – ongeveer 120 baby’s per jaar – wordt in een gespecialiseerd referentiecentrum van Kind en Gezin een blijvend gehoorverlies vastgesteld. Omdat het binnenoor en het evenwichtssysteem anatomisch één geheel vormen, is bij sommige slechthorende baby’s ook het evenwichtsorgaan aangedaan. Daarom screenen de gespecialiseerde centra sinds juni 2018 slechthorende baby’s ook op evenwichtsproblemen.
Om daarvoor een gestandaardiseerd screeningsprotocol uit te werken, werd het project Vestibular Infant Screening-Flanders (VIS-Flanders) opgezet, met financiële steun van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). Voor het project werkt de dienst Neus-, keel- en oorheelkunde van het UZ Gent samen met de vakgroep Revalidatiewetenschappen van de Universiteit Gent. Wereldwijd is Vlaanderen de eerste regio die zo’n evenwichtsscreening uitrolt. Alle Vlaamse referentiecentra van Kind en Gezin nemen eraan deel.
Baby’s worden gescreend zodra ze zes maanden oud zijn. Daarvoor wordt de zogenoemde cVEMP-test gebruikt (cervicaal vestibulair geëvoceerde myogene potentiaal test) die de werking van de sacculus (een onderdeel van het evenwichtsorgaan) nagaat. De test is kort en kindvriendelijk.
‘Een correcte, vroege diagnose kan heel wat onzekerheid wegnemen: baby’s kunnen tijdig worden doorverwezen voor uitgebreider onderzoek en snel adequate therapie krijgen.’
Prof. dr. Ingeborg Dhooge - Neus-, keel en oorheelkunde
Door vroeg te screenen kan de revalidatie vroeger opgestart worden en worden de gevolgen voor de ontwikkeling zo klein mogelijk gehouden. Kinderen met evenwichtsproblemen hebben immers vaak een vertraagde motorische ontwikkeling. Prof. dr. Ingeborg Dhooge (dienst Neus-, keel- en oorheelkunde): ‘De verschillende mijlpalen, zoals rollen, zitten, kruipen en stappen, worden door kinderen met een verminderde werking van het evenwichtsorgaan doorgaans later bereikt. De meeste motorische vaardigheden zullen ze wel verwerven, maar vaak gaan daar jaren met extra problemen overheen. Ook hun prestaties op school kunnen eronder lijden. Een correcte, vroege diagnose kan daarom heel wat onzekerheid wegnemen: baby’s kunnen tijdig worden doorverwezen voor uitgebreider onderzoek en snel adequate therapie krijgen.’