Innoverend onderzoek bouwt aan een patiëntgerichte en gepersonaliseerde geneeskunde en kan de zorg betaalbaar helpen houden. Om dat onderzoek te ondersteunen, heeft het UZ Gent het Health, innovation and research institute opgericht. Dat moet uitgroeien tot een toonaangevend kenniscentrum voor translationeel biomedisch onderzoek en innovatie.
Wereldwijd is de helft van de innovatie gericht op gezondheidszorg. Om daar optimaal op in te spelen, besloot het UZ Gent om het medisch-wetenschappelijk onderzoek nog sterker te ondersteunen. De nieuwe dienst, het Health, innovation and research institute UZ Gent moet hoogstaand klinisch onderzoek ondersteunen en vernieuwende projecten helpen ontwikkelen en valoriseren.
'Het UZ Gent is altijd aantrekkelijk geweest voor klinische studies', zegt prof. dr. Catherine Van Der Straeten, diensthoofd van het instituut. 'Om die positie te behouden, moeten we extra inzetten op de kwaliteit van de onderzoeksprocessen. Dat kan ons hechte partnerships met de industrie opleveren, zodat we het onderzoek sneller naar de patiënt kunnen brengen.'
‘Een goede kwaliteit van onderzoeksprocessen kan ons hechte partnerships met de industrie opleveren, zodat we het onderzoek sneller naar de patiënt kunnen brengen.’
Prof. dr. Catherine Van Der Straeten — Health, innovation and research institute UZ Gent
Het Health, innovation and research institute UZ Gent rust op vier pijlers:
Daarnaast komt er een patiëntenforum om patiënten nauwer bij het onderzoek te betrekken. Ook werd een traject opgestart om de accreditatie te behalen van de Association for the Accreditation of Human Research Protection Programs (AAHRPP), een onafhankelijke, non-profit erkenningsinstantie.
Het Health innovation research institute werkt samen met universitaire onderzoekscentra en de industrie, maar ook met ziekenhuizen in de regio. Prof. dr. Van Der Straeten. ‘Als gespecialiseerd tertiair centrum heeft het UZ Gent een specifieke patiëntenpopulatie. Samen met onze partnerziekenhuizen bereiken we een diversere en meer representatieve patiëntenpopulatie, zodat we samen ook grootschalige studies en registers kunnen opzetten.’