In het UZ Gent werd in november 2018 de eerste baarmoedertransplantatie in België uitgevoerd. De ingreep past in een pilootstudie die wil aantonen dat de baarmoeder van een hersendode donor veilig kan worden getransplanteerd in een vrouw, die vervolgens een gezonde baby ter wereld brengt.
De baarmoeder werd getransplanteerd bij een vrouw met het syndroom van Mayer-Rokitansky-Küster-Hauser (MRKH). In België worden elk jaar 10 tot 15 vrouwen met dat Rokitansky-syndroom geboren: ze hebben geen of alleen een onderontwikkelde baarmoeder en meestal ontbreekt ook de vagina. Via draagmoederschap kunnen ze wel genetisch eigen kinderen krijgen, maar dat is voor sommige wensouders een struikelblok, om ethische, juridische of emotionele redenen. Een baarmoedertransplantatie stelt hen in staat om genetisch eigen kinderen te krijgen én te baren.
Wereldwijd is het UZ Gent het tiende centrum dat een baarmoedertransplantatie uitvoert. Prof. dr. Steven Weyers (Vrouwenkliniek), hoofdonderzoeker van de studie: ‘Van bij het begin hadden we beslist om niet met een levende donor te werken. Bij een hersendode donor is de logistiek complexer, maar we stellen geen vrouw bloot aan een zware, riskante ingreep.’
‘Bij een hersendode donor is de logistiek complexer, maar je stelt geen vrouw bloot aan een riskante ingreep.’
Prof. dr. Steven Weyers — Vrouwenkliniek
In de pilootstudie van het UZ Gent doorlopen de kandidaten voor een baarmoedertransplantatie een lang traject, met psychologische counseling en medische screening. Staat het licht op groen, dan wordt een ivf-behandeling gestart, die een achttal goede embryo’s moet opleveren.
De transplantatie zelf duurt ongeveer vier uur. Na de ingreep krijgt de vrouw immunosuppressiva toegediend, om afstoting van de getransplanteerde baarmoeder te voorkomen. In de eerste fase bevatten die immunosuppressiva ook teratogene farmaca. Daarom worden de embryo’s pas één jaar na de ingreep geïmplanteerd, als de vrouw de medicatie goed blijkt te verdragen en er geen afstotingsverschijnselen zijn. Het doel van de pilootstudie is dat vrouwen na de transplantatie één gezond kind ter wereld brengen. Daarna wordt de baarmoeder verwijderd.
Aan de pilootstudie in het UZ Gent zullen in totaal 20 patiënten deelnemen. Ze mikt op een welomschreven doelgroep – gezonde jonge vrouwen met het Rokitansky-syndroom. Als de pilootstudie positief wordt geëvalueerd en de techniek op punt staat, kunnen later meer wensouders worden geholpen, bijvoorbeeld ook vrouwen bij wie de baarmoeder op jonge leeftijd werd weggenomen.